Wie als buitenstaander naar de uithangborden keek, begreep niets van die soberheid bij de omnivereniging die SV Urk toen nog was. Een prachtig Wilhelminasportpark met twee velden, dat nog maar een paar jaar in gebruik was, een volleybal- en een gymnastiekafdeling met samen bijna 500 leden, een modern gymnastiekgebouw aan De Noord en bij thuiswedstrijden vaak meer dan duizend mensen langs de lijn. Meer betalende bezoekers per wedstrijd dan andere clubs in een heel seizoen. Maar tóch was er geen receptie of kampioensfeest.
Het antwoord op die prangende vraag van die buitenstaander kwam van penningmeester Dirk Bakker. In het dagelijks leven assistent-accountant en dus vertrouwd met de taal van nuchtere en harde cijfers. Hij deed in letterlijke zin een boekje open over het reilen en zeilen van Urks financiën, en ziedaar het antwoord: er is gewoon geen geld voor. De schuldenlast is te groot en dan past in de ogen van het bestuur alleen maar soberheid.
Het kwam allemaal door dat rampzalige seizoen 1959-1960. Urk was gepromoveerd naar de 3de klasse, maar ze werden tot hun ontzetting ingedeeld in Twente. Secretaris Jelle Kramer tekende namens het bestuur bezwaar aan bij de K.N.V.B., want dit was voor Urk gewoon niet te doen. Ze waren reizen van 80 tot 120 kilometer gewend tegen tegenstanders in de oostelijke regio, meest clubs in de buurt van Kampen en Zwolle. Nu moesten ze naar clubs in Wierden, Rijssen, Vriezenveen en Enter. Uitwedstrijden die heen en terug 250 tot 300 kilometer bedroegen. En dat nog in een tijd dat alles over tweebaanswegen ging. De uitwedstrijden kostten de club kapitalen, en dan was er nog het organisatorische debacle. Zaterdag was voor de meeste Urkers de drukste dag, zeker voor degenen die werkten aan onderhoud van schepen. Het was ‘knaken’ om iedere zaterdag een representatief elftal op de been te krijgen dat op tijd kon vertrekken. De resultaten in de uitwedstrijden waren er ook naar. Alleen maar verliezen. Thuis liet Urk wel enkele keren zien dat ze de sterkste tegenstanders uit de competitie aankonden. Opgezweept en aangemoedigd door meer dan duizend toeschouwers en legendarisch namen in het veld als Fokke ‘de Loeier’ Baarssen en Jan ‘de Reus’ de Vries. Beiden behoorden tot de selectie van de Oost-Nederland, terwijl Jan ook nog werd begeerd door de landelijke amateurselectie. Die paar thuisoverwinningen waren echter niet voldoende om in de 3de klasse te blijven en na één seizoen degradeerde Urk weer in 1960.
Mouwen opgestroopt
Het seizoen daarop werd Urk ingedeeld in Noord, met ook weer enkele verre uitwedstrijden. Ze kwamen slechts een punt tekort voor het kampioenschap, maar in 1962 lukte het uiteindelijk wel. Al kostte het wel bloed, zweet en tranen. In Drachten gingen de Friezen in de kampioenswedstrijd tot het uiterste om Urk van de titel af te houden, waarbij de grenzen van het sportieve keer op keer werden opgezocht en regelmatig overschreden. Urk werd in de beginfase wat overdonderd en kwam al in de twaalfde minuut op achterstand. Lub Ras kreeg zo’n harde duw in de rug dat hij in eigen doel kopte. Dit was voor Urk het sein om uit een ander vaatje te tappen. De mouwen werden opgestroopt en met goede aanvallen werd Drachtster Boys onder druk gezet. Midvoor Bertus Hoekman drong diep door in de Friese defensie en stelde Fokke Baarssen in staat om met een harde schuiver de gelijkmaker te maken. Na rust was Urk heer en meester, en de Friezen konden er alleen maar overtredingen tegenover zetten. Na enkele waarschuwingen werd er uiteindelijk een speler van het veld gestuurd. Groot was echter de verbazing toen hij enkele minuten later weer gewoon in het veld stond. Met vereende krachten wist men hem uit het veld te krijgen. Urk drukte het veldoverwicht daarna snel uit in een voorsprong. Bertus Hoekman kopte een corner van Fokke Baarssen prachtig binnen. In de slotfase bepaalde Fokke de eindstand op 1-3 uit een strafschop.
Groot tekort
Weer terug in de 3de klasse en het bestuur hoopte dat ze in het nieuwe seizoen geen lange reistijden zouden hebben. Penningmeester Dirk Bakker gaf aan dat de reiskosten de afgelopen jaren de club al meer dan zevenduizend gulden armer hadden gemaakt. Gelukkig waren er ook veel spelers en supporters die nog een aandeel van die reiskosten voor hun rekening namen. De contributie was intussen verhoogd en er kwam een grote bazar voor de club op Tweede Pinksterdag. Ook vanuit de club was de steun groot. Dat bleek onder meer toen het bestuur een half jaar eerder besloot om de trainer te ontslaan vanwege de financiële situatie. Op eigen initiatief, en geheel buiten het bestuur om, werd een nieuwe trainer gezocht die door spelers zelf werd betaald. De sportbeoefening kwam daardoor per week op 2,50 gulden per speler. Een tweede voorbeeld was dat enkele supporters met de pet rondgingen om de spelers in een nieuw tenue te kunnen steken. Ze vonden dat hun jongens er toch wel wat te sjofel bijliepen.
Voor voorzitter Albert Brouwer was het daarom niet meer dan vanzelfsprekend dat er geen grote festiviteiten waren bij dit kampioenschap. ,,Eerst maar eens van de schulden af”, zo besloot hij zijn onderbouwing.
Helaas voor Dirk Bakker werd Urk opnieuw ingedeeld in Noord. Maar het behaalde kampioenschap deed alle financiële sores gelukkig weer vergeten. In een geweldige kraker tegen VVT, met de gevreesde gebroeders Bosma, werd Urk op eigen veld kampioen met een klinkende 7-2 uitslag. Als helden werden ze van het veld gedragen. Samen met de dames van het volleybal, die ook kampioen waren geworden, gingen ze met de platte kar door Urk. Het muziekkorps voorop en een ontvangst in het gemeentehuis. Urk promoveerde naar de 2de klasse, toen het hoogst haalbare amateurniveau. En tot grote vreugde van de penningmeester werden ze in Oost ingedeeld.