Het oudste Urker woord?

Op sommige plaatsen is het land oeierig, (zo spreekt men daar) en oeier is bij de eilanders zo veel te zeggen als een harde en vaste stof.

Deze zin komt uit het werk van Olfert Dapper (1636-1689) die op Urk nu waarschijnlijk bekender is om Dappermarkt dan om zijn Historische Beschrijving van Amsterdam uit 1663. In 1660 had de stad het leenrecht op Urk en Emmeloort gekocht van Johan van de Werve en dus wijdt Olfert in zijn boek ook enkele bladzijden aan een beschrijving van beide eilanden. In Boek Vijf op bladzijde 545 gaat hij na bovenstaande zin verder met:

“Bij wijlen, door het inbreken der zee, werpt het land ook grote stenen uit, geeft ook veel vers water, dat op de kaap, staande op een berg, na zes of zeven voeten gravens, te voorschijn komt. Op sommige plaatsen is het land zeer laag, want niet verre van deze berg ten noord-oosten, ziet men, voornamelijk ’s winters, dikwijls in enige huizen, het water langs de vloer heen stromen: waardoor de luiden (lieden, de mensen) genoodzaakt zijn, een geute (goot) in de huizen te maken, om door middel van dien, zich van het overtollige water te ontlasten.

Het geeft een interessant kijkje in de wereld van onze voorouders. Het werk van Olfert Dapper is door vele geschiedschrijvers na hem gebruikt en vormt ook vandaag nog een belangrijke bron voor iedereen die zich verdiept in de geschiedenis van Amsterdam en/of de geschiedenis van Urk.

Urker dialect

Het gaat hier echter niet om de geschiedenis van Urk, maar de taal van Urk. Olfert neemt immers de moeite om het woord oeierig (door hem als oeierich geschreven) uit te leggen aan zijn publiek. Dit betekent dat hij meende dat zijn lezers niet bekend waren met het woord. Hij zegt er zelfs bij ‘zo spreekt men daar’. Het is dus een term die door de bewoners van het Urk werd gebezigd.

Bronnen

De laatste jaren is er gelukkig weer veel belangstelling voor dialecten en het dialect van Urk mag zich het meeste levendige dialect van Nederland noemen. Vroeger had vrijwel elke stad en elk dorp in Nederland een eigen dialect. Dat er in de zeventiende eeuw ook op Urk een eigen dialect werd gesproken, zal dan ook geen verrassing zijn. We weten echter vrijwel niets over dit dialect. Brieven geschreven door bijvoorbeeld de schouten van Urk aan hun heren in Amsterdam zijn in het Hollands van die tijd geschreven. In beginjaren van de Amsterdamse regering is het vaak de dominee die dient als secretaris voor de schouten en burgemeester die maar al te vaak zelf analfabeet zijn. Deze dominees waren zelf geen Urkers en werden opgeleid aan de universiteit. In hun brieven en verslagen kom je geen Urker woorden tegen. Het Nederlands in deze brieven wijkt ook sterk af van het hedendaagse Nederlands.

In de 18de eeuw zijn de Urker schouten de schrijfkunstzelf meester en misschien schemert er dan soms toch iets van het Urker dialect door in hun schrijfsels?

Wanneer er eind 18de eeuw veel onrust is op Urk rondom het schoutambt, lezen we bij voorbeeld in een brief met beschuldigingen:

Cornelis Geers heeft nu van de soomer nog gesijd dat de Burgemeester Hoof moest op geangen worden hij wouden de Burgemeester Hooft wel helpen op angen.”

Wat daar opvalt is dat opgehangen en ophangen zonder h wordt geschreven. Wijst dit er wellicht op dat de h toen al door Urkers niet meer werd uitgesproken? In dezelfde zin wordt helpen nog wel met een h geschreven.

Een zeer belangrijke bron voor onderzoekers van het Urks (of zoals we zelf zeggen Urkers) is de woordenlijst van onderwijzer Koffeman. In deze lijst, opgesteld in 1875, komt het woord oeier of een afgeleide daarvan echter niet meer voor. In het werk van Meertens en Kaiser (1942) over Urk komt het woord oeierig wel voor, maar daar is het een quote van geschiedschrijver Casparus Commelin die het op zijn beurt weer letterlijk van Olfert Dapper overneemt. Ook aan Meertens en Kaiser hebben we trouwens een lange lijst met Urker woorden te danken.

Herkomst

Kunnen we wellicht iets te weten komen over de herkomst van het woord oeier? Een snelle zoektocht door woordenboeken van andere dialecten geeft geen resultaat. Er bestaat een kans dat oeier het meervoud is van oei. In het standaard Nederlands wordt -en gebruikt om meervoud aan te geven, maar andere talen die van invloed zijn geweest op het Nederlands (en dus ook Urks) gebruiken daarvoor -er. Een zoektocht naar oei in de betekenis van iets hards of vast levert echter ook niets op.

Een rondje langs liefhebbers van de Urker taal en enkele oude Urkers levert ook niets op. Tegenwoordig wordt het woord oeier, in wat voor betekenis dan ook, in het Urkers niet meer gebruikt en ook daarbuiten komen we het niet tegen. Wellicht kunnen we het woord nieuw leven inblazen.

Bronnen:

Historische Beschrijving van Amsterdam. Boek V, pag 545. – Olfert Dapper – 1663

Noord-Hollands Archief. 11 Commissarissen van de Pilotage benoorden de Maze: 184 Stukken betreffende het treffen van maatregelen op bestuurlijk en ander gebied tot herstel van rust op het eiland Urk, 1787

De taal- en letterbode. Jaargang 6. Het Urker taaleigen. K. Koffeman. 1875

Het eiland Urk. Louise Kaiser, P.J. Meertens. 1942

Beschrijvinge van Amsterdam. Casparus Commelin. 1693

Veranderd Land. Schouten in successie. Klaas de Vries en Tromp de Vries. 1985

Oeierig, het oudste beschreven Urker woord?
Afbeelding Beth Sorby