Canon

In Utrechtse handen

Het geslacht Zoudenbalch regeert nu over Urk. Met trots dragen ze de titel ‘Heer van Urk’. In Utrecht en in den lande stonden ze als zodanig bekend. Door al de geslachten Zoudenbalch heen wordt ‘Heer van Urk’ als hun belangrijkste titel beschouwd.
Lees meer...In Utrechtse handen

Een baken in zee

Door zijn centrale ligging en de positie van zandbanken en vaargeulen is Urk al vanaf de vroege middeleeuwen een belangrijk oriëntatiepunt voor de scheepvaart op de Zuiderzee. De toren van het dorpje Espele op het eiland fungeert als baken voor het bevaren van de routes naar de belangrijke handelssteden. In 1570 wordt Espele weggespoeld als gevolg van de Allerheiligenvloed. De kerk komt op een eilandje te staan dat alleen per boot of wadend bereikbaar is. Het zal het onderhoud van de kerk niet ten goede komen. In 1598 stort de houten toren in. Op het hoge deel van Urk wordt een nieuwe kerk gebouwd op last van de Staten van Holland.
Lees meer...Een baken in zee

De Nije Leere

In het gewest Holland wordt sinds 1579 alleen de ‘nije leere’ toegestaan. Op Urk trekken de paar honderd weerbarstige rooms-katholieke eilanders zich er niks van aan. Ze hechten aan hun tradities en geloof, daarbij gesteund door de roomse eigenaren van het eiland, eerst de familie Zoudenbalch en vanaf 1616 de heer Johan van de Werve. Pas in 1628 krijgt Urk haar eerste predikant. Het begin van de Reformatie, die heel langzaam op gang komt.
Lees meer...De Nije Leere

Wij worden Bataven

1795 is een jaar van ommekeer, niet alleen voor de Republiek der Verenigde Nederlanden, maar ook voor de Heerlijkheid Urk en Emmeloord. Waar elders in ons land de regenten worden afgezet en het volk de macht grijpt, wordt op Urk de revolutie aangegrepen om de zittende schout weg te werken. Een strijd tussen de toen belangrijkste families op het eiland barst in alle hevigheid los. Het gaat om macht en geld.
Lees meer...Wij worden Bataven

Een haven als rustpunt

Op kosten van de provincie Noord-Holland krijgt Urk begin negentiende eeuw zijn eerste haven. Die is niet meer dan een paar dammen, maar een stuk veiliger dan het Hop/de Reede, waar de schepen tot dan toe worden afgemeerd. De haven blijkt al snel te klein en wordt daarna steeds vergroot.
Lees meer...Een haven als rustpunt

Kerkelijke perikelen

De Afscheiding van 1834 is de aanduiding van een kerkelijke beweging in Nederland in de negentiende eeuw, die heeft geleid tot zelfstandige gereformeerde kerken naast de Nederlandse Hervormde Kerk. Hoe klein Urk ook was, deze kerkelijke perikelen gaan aan het eiland niet voorbij.
Lees meer...Kerkelijke perikelen

Een pokkeneiland

Lang moet het eiland het doen zonder medische zorg. Met allerlei middelen proberen de eilandbewoners zichzelf te helpen. Als gemeenschap wordt Urk menigmaal getroffen door besmettelijke ziektes, met vele doden tot gevolg. Vervuild drinkwater, of het gebrek daaraan, slechte hygiëne en erbarmelijke leefomstandigheden dragen hieraan bij. Als er al medici zijn, zijn kennis en middelen zo gering dat ook zij vaak machteloos staan.
Lees meer...Een pokkeneiland

Kinderrijk eiland

Al zover de geschiedenis van Urk bekend is, heeft het een hoog geboortecijfer. Al die kinderen worden met vaardige hand ter wereld geholpen. Eerst door de vroedvrouwen, later door de huisartsen. De geschiedenis van de verloskunde tot het jaar 2000.
Lees meer...Kinderrijk eiland

Boeren en vissers

Al eeuwenlang is Urk onlosmakelijk verbonden met de visserij. Maar niet altijd was visserij de hoofdbron van bestaan. In de middeleeuwen is het eiland Urk veel groter dan later en visserij is voor de Urkers dan niet meer dan een nevenbedrijf van boeren, die met kleine roeiboten vissen op het toen nog zoete water.
Lees meer...Boeren en vissers

De groei van de vloot

Met de groei van de bevolking neemt ook de Urker vloot in de loop der jaren in aantal en tonnage steeds toe. Rond 1800 heeft Urk al zestig grote en tien kleine vaartuigen, die alle als schuiten worden aangemerkt. Hooguit 12 meter, maar bijzonder zeewaardig. In de winter en het voorjaar wordt er op de Zuiderzee op haring gevist. In de zomer en in het najaar vissen de grotere schepen op de Noordzee. Ze vissen met het schrobnet op platvis en met de beug op schelvis en kabeljauw. In die tijd zijn alle mannen (zo’n 150) van het eiland actief in de visserij.
Lees meer...De groei van de vloot

Hout wordt staal, zeil een diesel

Op de totale oppervlakte van 5.900 km2, van de Zuiderzee rond 1900, zijn er ongeveer 3.000 platbodems actief (waarvan zo’n 2.000 botters), met 7.000 opvarenden. De vissserij is dan voor het grootste deel gericht op haring, ansjovis, paling, bot, spiering en garnalen. Verdeeld over het hele jaar vindt de visserij op haring plaats in de maanden januari, februari en maart, ansjovis wordt gevangen in de maand mei, bot wordt het hele jaar door gevangen, paling in de maanden april tot en met november, garnalen in de nazomer en spiering in de wintermaanden. In de negentiende eeuw wordt het afzetgebied groter en wordt de Zuiderzeevisserij economisch belangrijker voor Nederland.
Lees meer...Hout wordt staal, zeil een diesel

Onderwijs op Urk

Net als in de rest van Nederland wordt het belang van onderwijs op het eiland lange tijd niet ingezien. Leerplicht is er voor 1900 niet en er moet bovendien schoolgeld worden betaald. Daar staat tegenover dat kinderen al van jongs af thuis moeten bijdragen aan het inkomen. Dan is de keus op het armoedige eiland snel gemaakt. Lange tijd is het op Urk alleen de pastoor, en later de predikant, die goed lezen en schrijven kan en ook het onderwijs voor zijn rekening neemt bij gebrek aan een onderwijzer. Correspondentie van het eiland worden door schout en schepenen lange tijd alleen voorzien van een kruisje, een zogenaamd handmerk, als ondertekening.
Lees meer...Onderwijs op Urk