Een gemeentelijke begraafplaats op Urk

Eerder schreven we al over hoe Urkers in de Middeleeuwen soms werden begraven in stenen sarcofagen. Sinds de bouw van het Kerkje aan de Zee in 1786 worden Urkers begraven op de begraafplaats die aan het kerkje grenst. Recent is het hek rondom de oude begraafplaats bij het Kerkje aan de Zee gerenoveerd. Het oorspronkelijk hek stamt uit 1883. Dat hek verving een houten hek dat vervallen was. De gemeente Urk moest toen diep in de buidel tastten, het hek kostte 2500 gulden.

Kerkje aan de Zee - tekening hek
Bouwtekening van het hek

Ongeveer tien jaar eerder had de gemeente de begraafplaats overgenomen van de Hervormde Kerk. In 1870 werd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken besloten dat elke gemeente over tenminste één algemene begraafplaats moest beschikken. Omdat de begraafplaats bij het Kerkje aan de Zee het eigendom was van de Hervormde Kerk voldeed de gemeente Urk niet aan deze regel. Tevens werd de gemeente erop gewezen dat het kerkhof niet voorzien was van een degelijke afsluiting.

Overname begraafplaats

De kerkenraad van de Hervormde Kerk blijkt bereid de begraafplaats te verkopen voor de som van 500 gulden. Dit bedrag mag in vier termijnen worden afgelost, 200 gulden bij de koop en daarna in nog eens drie jaarlijkse termijnen van 100 gulden. De gemeente gaat hiermee akkoord, maar wel met de voorwaarde dat “het Gemeentebestuur voortaan het regt heeft bij elke ter aarbestelling van lijken, voor eigen rekening de Klok te laten luiden, zonder daarvoor enige vergoeding aan genoemd Kerkbestuur uit te keeren.

Met die laatste optie gaat de Hervormde Kerk echter niet akkoord. Ook met het voorstel om voor het luiden van de klok een jaarlijkse vergoeding van 35 gulden te betalen, gaat het bestuur van de kerk niet akkoord. Gemeentebestuur en kerkenraad worden het niet met elkaar eens. Pas in de raadsvergadering van 9 juni 1871 komt het onderwerp weer aan bod. Op de volgende vergadering wordt besloten “…tot het overnemen der begraafplaats van de Hervormde gemeente, met inbegrip van de draagberries, doodkleeden en alle andere voor de begraving aanwezige gereedschappen, tegen een jaarlijksche vergoeding van f 40. als koopsom zonder meer, met uitzondering van de nieuwe aangekochte scheppen welke tegen afzonderlijke betaling zullen worden overgenomen, onder voorwaar dat het gemeentebestuur geregtigd is bij het begraven van lijken de klok van de Hervormde Kerk, voor eigen rekening te doen luiden.

De Hervormde kerk vraagt, en krijgt, toestemming van het landelijk kerkelijk bestuur om de begraafplaats te verkopen aan de gemeente. De Christelijke Gereformeerde Gemeente van Urk, schrijft meteen een brief aan het gemeentebestuur waarin ze aangeven dat zij ook recht hebben op een deel van de verkoopprijs van 500 gulden. Dit verzoek wordt door het gemeentebestuur van de hand gewezen.

Reglement voor begraven

Tijdens de vergadering van 26 februari 1872 wordt J. Gerssen, de hoofdonderwijzer, tot directeur van de begraafplaats benoemd. Jan Schraal wordt benoemd tot doodgraver. In dezelfde vergadering wordt tevens besloten om de begraafplaats 18 meter zuid- en westwaarts te vergroten. Ook wordt besloten om geen geld in rekening te brengen voor individuele begrafenissen, maar de kosten te dekken door jaarlijks 100 gulden extra belasting te innen.

Kerkje aan de Zee Urk - Laatste rustplaats - begraafplaats
De ingang naar de begraafplaats

In het reglement staan een aantal interessante zaken.

  1. De reguliere tijden voor begraven zijn in de namiddag. Vanaf 1 april tussen drie en zes uur, vanaf 1 oktober tussen twee en vijf uur. Tijdens het heersen van een besmettelijke ziekte kan hiervan worden afgeweken.
  2. Het is verboden om vee op de begraafplaat te laten weiden.
  3. De muur rondom de begraafplaats mag niet beschadigd, bekrast of besmeerd worden.
  4. Je mag niet je ‘natuurlijke behoefte’ doen op de begraafplaats
  5. In de huurgraven mogen, afhankelijk van de bodem, twee of drie mensen begraven worden. Rondom de kist moet aan alle kanten 30 centimeter ruimte in acht worden genomen.
  6. Een ongevuld graf mag niet worden geruimd, een gevuld graf 15 jaar nadat de laatste persoon er begraven is.
  7. Bij het ruimen van graven worden de overblijfselen zorgvuldig bijeen verzameld en in een diep gegraven kuil gedeponeerd.
  8. Als er sprake is van een eigen graf, mogen bij ruiming de beenderen eventueel in een nieuwe kist worden geplaatst. Dit op kosten van de eigenaren.
  9. De koopsom van een eigen graf is zes gulden.
  10. Overtreding van de regels kan komen te staan op een boete van één tot drie gulden, of gevangenisstraf.

Bron

Het Flevolands Archief – 0734 Gemeente Urk Secretarie Archief 1.0.3. 50 Besluiten van de van gemeenteraad 1853-1949

Het Flevolands Archief – 0734 Gemeente Urk Secretarie Archief 1.0.1.1. 1-25 2. Notulen van de vergadering van Raad 1853-1949